Wanneer noem je een gewoonte een verslaving? 

Geschreven door Luca Halma

Veel mensen gebruiken wel eens verslavende middelen: een sigaartje bij bijzondere gelegenheden, een wijntje bij het eten of nog snel op je telefoon kijken. Je voelt je er lekker of minder onzeker door. Zolang je er zonder kan, is er niks aan de hand. Maar als dat niet zo is, wordt het gevaarlijk! 

Er zijn veel dingen waaraan je verslaafd kunt raken. Waarschijnlijk meer dingen dan je denkt. Er is vast wel een familielid die ergens verslaafd aan is. Hoe kun je zien of jij of een geliefde verslaafd is of verslaafd raakt? Er zijn verschillende dingen waarop je kunt letten.  

Je kunt verslaafd zijn als je meer neemt of doet dan je van plan was, verlangt om iets te doen of te gebruiken, het verslavende doen of gebruiken om problemen te voorkomen, je voelt je ellendig als je stopt van gebruik, je brengt een groot deel van de dag door met gebruik of verslaving. 

Je spreekt van een verslaving als de consequenties van het gebruik zo verstrekkend zijn dat hij/zij niet meer normaal kan functioneren als iemand niet meer de regie heeft over een gewoonte en als de macht over zichzelf kwijt is 

Maar hoe raak je dan verslaafd? 

Geen enkele verslaving is hetzelfde. Er zijn over het algemeen wel een aantal fases van elkaar onderscheiden. Meestal begint het met een fase waarbij je experimenteert, waarin uit nieuwsgierigheid iets een keer geprobeerd wordt. 

In de volgende fase wordt hetgeen regelmatig gebruikt, maar wel op een manier die goed in het normale leven past. Dit is de fase van sociaal gebruik. 

Je verplaatst jezelf langzaamaan naar de derde fase: teveel gebruik. Pas in de vierde fase is iemand echt verslaafd en wordt zijn leven helemaal beheerst door de verslaving.